Het goot water toen we in Roeselare waren Dus pasten Lies en ik de plannen dan maar aan, daar doen we niet moeilijk over, net zoals we nu ook wat meer moeten doseren
Eerst dus lekker lang ontbijten, dat zag je in vorig postje al
En dan door de plenzende regen stappen naar deze bestemming
We gingen naar Koers, het museum van de wielersport
drinkbussen van Marius Auriaux tijdens Parijs-Roubaix 1914
Mooie muurschilderingen van de renners Benoni Beheyt en Rik Van Looy en Freddy Maertens en Lotte Kopecky
KOERS is gevestigd in het voormalige brandweerarsenaal,
ontworpen in 1899 door architect D. Denys Carbonez
Een stadsgebouw dienstig voor de Burgerwacht, het Pompierskorps
en de Militie- en werkrechtersraden.
In 1902 waren de werken voltooid.
Beknopte geschiedenis:
In de oorlog van 1914-1918 was het Arsenaal ook een opvangplaats voor vluchtelingen.
De brandweer keerde na de oorlog terug en kreeg in 1925 gezelschap van de stedelijke jongensschool.
Na de Tweede Wereldoorlog volgden de bewoners van het pand elkaar snel op.
Het Rode Kruis vestigde zich er een tijdlang
Vanaf 1962 zat er bovendien een stadsmuseum voor Volkskunde en Plaatselijke Geschiedenis.
In 1985 werd in de gemeenteraad beslist tot de oprichting van het Nationaal Wielermuseum
Op 9 september 1990 opende het nieuwe Stedelijk Wielermuseum
In 1995 startten ze met een grondige renovatie van het Arsenaal, dat in 1998 definitief opende als Nationaal Wielermuseum.
Loopfiets uit 1817
Petje van de Belgische profwielrenner Alex Close die hij droeg in de Ronde van Frankrijk 1956
Het is een sponzen petje die iedere renner kreeg van de Tourdirecteur
om de grote hitte te weerstaan, het petje konden ze onderdompelen in water
Het museum heeft een kelder met brasserie, gelijkvloers en twee verdiepingen,
laat het buiten maar regenen, wij amuseren ons wel
Op naar het vervolg